Responsive image

Definitie van vennootschappen

Download de app voor meer functionaliteit.

Definitie van vennootschappen

In overeenstemming met artikel 3, onder a), thans artikel 2, onder c), heeft de richtlijn betrekking op vennootschappen van een lidstaat die een van de in bijlage I genoemde vormen hebben, inwoner van een lidstaat zijn en onderworpen zijn aan een van de in de richtlijn genoemde soorten inkomstenbelasting. De lijst van lichamen waarop de richtlijn van toepassing is, is opgesteld op basis van het nationale vennootschapsrecht en opgenomen in bijlage I.

Deze herschikking wijzigt de subjectieve werkingssfeer van de richtlijn opdat zij van toepassing zou zijn op een zo groot mogelijk aantal lichamen. Te dien einde zijn twee criteria gevolgd.

Om te beginnen is de lijst van lichamen waarop de richtlijn van toepassing is, momenteel beperkter dan de lijst bij de moeder-dochterrichtlijn. De moeder-dochterrichtlijn is van toepassing op winstuitkeringen en heeft hetzelfde doel als de richtlijn, namelijk een einde maken aan bronbelastingen en aan het risico van dubbele heffing in het geval van grensoverschrijdende kapitaalstromen: waar de richtlijn op rente- en royaltybetalingen ziet, heeft de moeder-dochterrichtlijn betrekking op dividenduitkeringen. Met de wijziging wordt de lijst in de richtlijn uitgebreid om deze in overeenstemming te brengen met de lijst in de moeder-dochterrichtlijn. Met deze ingreep zal de belasting neutraler worden.

Deze wijziging zal onder meer inhouden dat de Europese vennootschap (SE) en de Europese coöperatieve vennootschap (SCE) worden opgenomen in de lijst van onder de richtlijn vallende vennootschappen. Dit zal bijdragen aan de doelstellingen[13] die met deze twee Europese rechtsvormen worden nagestreefd, namelijk de oprichting en het beheer van ondernemingen met een Europese dimensie, zonder belemmeringen als gevolg van de uiteenlopende bepalingen en de beperkte territoriale toepassing van het nationale recht. Dankzij de SE zullen ondernemingen die in meer dan één lidstaat actief zijn, kunnen worden opgericht als één enkele vennootschap naar het EU-recht en zo in de gehele EU kunnen gebruikmaken van één reeks vennootschapsrechtelijke voorschriften en gezamenlijke beheers- en rapportagesystemen. Ofschoon het statuut van de SE geen voorschriften omvat die specifiek betrekking hebben op belastingheffing, is wel bepaald dat "de wettelijke voorschriften van de lidstaten welke zouden gelden voor een naamloze vennootschap die is opgericht overeenkomstig het recht van de lidstaat waar de SE haar statutaire zetel heeft"[14], van toepassing moeten zijn op de SE. Dergelijke naamloze vennootschappen, die zijn opgesomd in de bijlage bij het statuut van de SE, zijn ook opgenomen in de aan de richtlijn gehechte lijst van vennootschappen. In de praktijk kan de SE dus al een beroep doen op de voordelen van de richtlijn omdat de lidstaat waar zij haar statutaire zetel heeft, haar dezelfde voordelen moet toekennen als die welke gelden voor de desbetreffende nationale vorm van naamloze vennootschap. Zowel ter verduidelijking als ter benadrukking van het belang dat zij hieraan hecht, stelt de Commissie evenwel voor om de SE specifiek op te nemen in de lijst van vennootschappen bij de richtlijn[15].

Het statuut van de SCE bevat evenmin specifieke bepalingen betreffende belastingheffing[16], waardoor het belastingrecht van de lidstaten en van de EU van toepassing is. De Commissie acht het van wezenlijk belang om deze nieuwe vennootschapsvorm te steunen en het kader te scheppen waarin ondernemingen deze rechtsvorm het beste kunnen benutten. De SCE zal op dezelfde manier worden behandeld als coöperaties in de lidstaat waar zij hun statutaire zetel hebben en daarmee, onrechtstreeks, in aanmerking komen voor de voordelen van de richtlijn die zijn vastgesteld voor de nationale coöperatievormen die al onder de richtlijn vallen. Ofschoon een aantal nationale coöperatievormen al is opgenomen in de lijst bij de richtlijn, wordt voorgesteld meer van dergelijke coöperaties in de nieuwe bijlage op te nemen. Onder deze omstandigheden stelt de Commissie voor om ook de SCE in de lijst van vennootschappen op te nemen. Ofschoon deze toevoeging –zoals bij de SE - meer een signaalfunctie vervult ter benadrukking van het belang dat de Commissie aan de SCE hecht, en onzekerheid of onduidelijkheid moet voorkomen, leidt deze maatregel ertoe dat de SCE van alle voordelen van de richtlijn zal kunnen profiteren.

Ten tweede is het aantal rechtsvormen dat is opgenomen in de lijst bij de richtlijn, voor sommige landen groter dan bij de moeder-dochterrichtlijn. Dit is zo voor Tsjechië, Cyprus, Slovenië en Slowakije. In deze gevallen wordt de lijst niet gewijzigd omdat het in de rede ligt om de rechtsvormen die nu gebruik kunnen maken van de voordelen van de richtlijnen, niet uit te sluiten van deze geharmoniseerde belastingregeling. Als zij wel zouden worden uitgesloten, zouden hun legitieme verwachtingen worden geschonden en zouden zij worden geconfronteerd met de fiscale obstakels op de interne markt die het VWEU en de richtlijn willen opheffen.

Voor andere landen wordt er niets gewijzigd, omdat de rechtsvormen identiek zijn aan die in de moeder-dochterrichtlijn. Dit is het geval voor de Letse, Litouwse, Maltese, Poolse, Portugese, Roemeense, Finse en Britse lichamen.

Anderzijds moet de lijst worden geactualiseerd en er zijn twee lichamen die moeten worden geschrapt omdat zij niet meer bestaan. Het betreft hier met name de Duitse "bergrechtliche Gewerkschaft" en de Hongaarse "közhasznú társaság".

Met deze herschikking zal ook de lijst van belastingen waaraan de vennootschappen onderworpen moeten zijn en die momenteel is opgenomen in artikel 3, onder a), iii), worden vervangen en worden opgenomen als deel B van bijlage I.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.